Top-down analyse
In feite zijn er 2 manieren om een analyse uit te voeren…
De Kimball-methode (naar Ralph Kimball) of Top-down analyse
&
De Inmon-methode (naar Bill Inmon) of Bottom-up analyse
Bij de Top-down-analyse wordt gewerkt van globale informatie naar gedetailleerde informatie.
Verschillende elementen worden bepaald:
- entiteitstypen
- entiteiten
- attributen
- sleutels
ENTITEITSTYPEN
Dit zijn groepen waarover dezelfde soort informatie bijgehouden wordt.

ENTITEITEN
Entiteiten zijn individuen of exemplaren van een entiteitstype.

Elke rij binnen een entiteitstype beschrijft de gegevens van een entiteit, bijvoorbeeld 1 klant, 1 boek of 1 bestelling.
ATTRIBUTEN
Dit zijn de kenmerken van een entiteit.

Het attribuut van een entiteit heeft verschillende rollen, taken…
- Identificeren: de entiteit uniek maken.
Bvb klantnummer: zodra je dit attribuut kent weet je over welke klant het gaat. - Beschrijven: het attribuut kan iets zeggen over (een kenmerk meegeven aan) de entiteit.
Bvb de naam van de klant. - Verwijzen: linken leggen tussen entiteiten, meestal van een verschillend entiteitstype.
