Deployment management

Het doel van deployment management is het plaatsen van nieuwe of veranderde hardware, software, documentatie, porcessen of eender welk ander component in een live omgeving. Het kan ook betrokken zijn in het uitrollen van componenten in andere omgevingen voor test of enscenering omgevingen.

Deployment werkt nauw samen met release management en change control, maar is een aparte practice. In sommige bedrijven wordt de term ‘Provisioning’ gebruikt voor het uitrollen van infrastructuur en deployment enkel voor software, maar in dit geval omschrijft deployment beiden.

Er zijn een aantal verschillende methoden van aanpak die voor deployment gebruikt kunnen worden. Vele organisaties gebruiken een combinatie van deze aanpakken, afhankelijk van hun specifieke services en vereisten, als ook de grootte, het type en de impact van de release. Deze methoden van aanpak zijn:

• Phased deployment: De nieuwe of veranderde componenten worden aan de nie aan de hele productieomgeving gelijk uitgerold. Dit gebeurd deel per deel van de productieomgeving.
• Continuous delivery: Componenten worden geïntegreerd, getest en uitgerold wanneer ze nodig zijn, dit zorgt voor frequente momenten voor feedback van de customers.
• Big bang deployment: Alle nieuwe of veranderde componenten worden aan iedereen in één keer uitgerold.
• Pull deployment: Nieuwe of veranderde software wordt beschikbaar gesteld in een gecontroleerde opslagplaats, users downloaden se software op de client toestellen wanneer ze zelf willen. Zo hebben de users de timing van updates in handen.