In C# kunnen we geen objecten aanmaken voor we een klasse hebben gedefinieerd dat de algemene eigenschappen (properties) en werking (methoden) beschrijft.
Een klasse heeft de volgende vorm:
[optionele access modifier] class className { }
Volgende code beschrijft de klasse auto in C#
class Auto { }
Binnen het codeblock dat bij deze klasse hoort zullen we verderop dan de werking via properties en methoden beschrijven.
De optionele access modifier komen we later op terug.
Je kan “eender waar” een klasse aanmaken, maar het is een goede gewoonte om per klasse een apart bestand te gebruiken:
De naam van je klasse moet voldoen aan de identifier regels die ook gelden voor het aanmaken van variabelen!
Je kan nu objecten aanmaken van de klasse die je hebt gedefinieerd. Je doet dit door eerst een variabele te definiëren en vervolgens een object te instantiëren met behulp van het new
keyword:
Auto mijnEerste = new Auto(); Auto mijnAndereAuto = new Auto();
We hebben nu twee objecten aangemaakt van het type Auto.
Let goed op dat je dus op de juiste plekken dit alles doet (bekijk de onderstaande screenshot):
Main
methode bij een Console-applicatieJe hebt dus in het verleden ook al objecten aangemaakt. Telkens je met Random werkt deed je dit al. Dit wil zeggen dat er dus in .NET ergens reeds een voorgeprogrammeerde klasse
Random
bestaat met de interne werking.